Stadslandbouw: met je Missoni in de modder

foto: Lot Piscaer

Ja ik weet het: stadslandbouw is voor veel mensen een mode die wel weer over zal waaien. Een geinig hip verschijnsel waar vooral hoogopgeleide, jonge, blanke lieden zich toe aangetrokken voelen. Ik ben er ook zo een. Ik pas precies in dat hokje. De bakfiets ontbreekt er nog net aan, maar verder voldoe ik volledig aan het profiel. Daar kun je je tegen verzetten (“nee ik ben geen hipster, kijk maar: geen baard!”), maar je kunt het ook omarmen. Want dat stadslandbouwleven is zo gek nog niet.

Varkensbuur
Stadslandbouw verenigt eigenlijk het beste van twee werelden. Ik verbouw mijn eigen snijbiet, maar haal net zo makkelijk iets van de Thai. Ik ben lekker buiten, maar hoef niet uren in de auto op zoek naar dat ene bos waar je geen snelweg hoort. Sinds ik varkensbuur ben, vragen mensen me of ik net terugkom van vakantie, ‘Je bent zo lekker bruin!’. Je schijnt er zelfs slanker van te worden! En ik kan varkens voeren, maar hoef me niet in een overall en klompen te hijsen.

Moddersnuit

Niet zo schoon, wel zo leuk. Met dank aan buurvrouw en varkensfan Agata Pietras.

Alhoewel… dat laatste zou bij nader inzien wel een goed idee zijn geweest. Na een zondagmiddagfeestje ging ik eens de varkens voeren in een outfit die niet zo varkensproof was. Het had een beetje geregend, en Arie en Japie hadden net een wedstrijdje gedaan wie de diepste kuil kon graven met zijn snuit.

En natuurlijk smeerden de heren bij wijze van begroeting hun moddersnuiten enthousiast af aan mijn Missoni truitje. Een tweedehandsje weliswaar, maar toch. Maar ook dit euvel is eenvoudig op te lossen. De wasmachine draait sinds de komst van de biggen een extra dienstje.

Dorp
Verreweg het leukste aan stadslandbouw (of in dit geval: stadsveehouderij) is dat je eigen wijk een beetje een dorp wordt. Nog nooit maakte ik met zoveel mensen een praatje als in de afgelopen weken bij de varkens.

Iedereen blijkt wel een mooi varkensverhaal te hebben: van vakanties bij een Poolse oma tot Kaapverdiaanse varkensfluisteraars. Buren zamelen samen schillen in. Kinderen op straat roepen: ‘mevrouw, u werkt toch bij de varkens?’, en plaatselijke winkeliers duwen enthousiast een doos met oude groente in je handen als je binnenkomt.
En dát effect, daar heb ik graag een stempel of hokje voor over.