Verhalen uit de keuken van Ap Halen

Op is op!

Een kok die liever niet kookt heeft een kookboek geschreven dat hij liever geen kookboek noemt. En een stukje in de krant over zijn afhaalzaak is wat hem betreft ook echt niet nodig. We doen het lekker toch, met dat boek als smakelijke aanleiding.

Albert Kokosky Deforchaux opende in 2013 in Delfshaven zijn afhaalzaak voor Indisch eten: Ap Halen. Al snel was het zaakje onder buurtbewoners en ver daarbuiten bekend. Ap maakt slechts 35 maaltijden per dag, en op is op. Regelmatig moet hij, met pijn in het hart, nog voor sluitingstijd nee verkopen aan Ap-fans.

Ap-Halen_logoEn dat terwijl Albert/Ap eigenlijk helemaal niet van koken houdt. Toen hij enkele jaren geleden zonder werk kwam te zitten is hij noodgedwongen Ab Halen begonnen. “Mensen denken dat ik de recepten van mijn Indische familie gebruik, want het smaakt net als vroeger, zeggen ze dan.” Niets is minder waar. “Ik heb nooit opgelet als mijn moeder stond te koken. Het interesseerde me niet zo.” Voor zijn zaak maakte hij zich zelf de Indische keuken eigen, met behulp van boekjes en internet. “Ik wist nog niet eens hoe je een ui moet snijden. Ik ben gewoon gaan koken en proeven, heb alle gerechten op gevoel gemaakt. ”

Albert doet zoveel mogelijk zelf. “Alleen voor de afwas heb ik tegenwoordig af en toe hulp.” Aan extra personeel, of zijn zaak uitbreiden moet hij niet denken. “Deze zaak is als een huiskamer voor me geworden. En daar hebben de meeste mensen er maar een van, dus die Ap Halen-keten komt er echt niet.”

Maar een boek, dat wilde Ap wel. Eerder maakte hij in eigen beheer al een kleine uitgaven van Mixtie, gevuld met de verhalen die hij op zijn Facebook pagina schreef. De ontmoetingen met klanten en de praatjes die Albert maakt tijdens het boodschappen doen bij zijn vaste leveranciers staan daarin centraal. Dat boekje belandde via de mensen van Donner bij een uitgever, en nu is er dan Mixtie, the sequel: een prachtig vormgegeven boek. Dat dus geen kookboek mag heten, maar toch op de afdeling Culinair zal liggen. Of de afdeling geschiedenis, psychologie, muziek , Nederlands Indië, noem maar op. Want er is haast geen onderwerp dat niet voorbij komt in dit eetleesboek: Ap’s oma, zijn eerste tienertoer of een bezoekje van de keuringsdienst aan de toko. Lang niet altijd, of beter gezegd, bijna nooit, gaat het over koken.

Er staan weliswaar recepten in het boek (“Daar kon ik helaas niet omheen”), maar voor precieze kooktijden en temperaturen moet je ergens anders zijn. En toch ademt het boek de liefde voor eten, en mensen, in herinneringen, associaties, brieven en gesprekken. Je krijgt er spontaan trek van. Die je vervolgens dus niét bij Ap moet gaan stillen. Albert: “Koop dat boek en blijf lekker thuis, want het is al druk genoeg”