Verre vrienden

Huh? Zijn Arie en Japie verhuisd? Of hebben ze een ander hek gekregen? Nee, dit zijn twee Gloucestershire Old Spotvarkens die ik hier op mijn vakantieoord tegenkwam. Ik zit duizenden kilometers van Katendrecht, op een eilandje aan de andere kant van de oceaan. De enige boerderij op het eilandje heeft varkens. Deze dus. Nu mis ik onze heren nog meer!

Bella

Een hoogzwangere Bella

De Gloucestershire Old Spot is in Amerika nog vrij onbekend. Ze zijn hier nog niet zolang aan het fokken met dit van oorsprong Britse ras. De grote is Bella, een hoogzwangere zeug die over een week of drie zal bevallen van een hele trits biggen. Meestal werpt ze er een stuk of tien, twaalf.

Grazers
Bella en haar nazaten lijken spreken op onze Bonte Bentheimers. Het enige verschil dat ik tijdens mijn korte bezoek aan de boerderij kon ontdekken zit hem in de snuit: die van Arie en Japie is langer en rechter. Deze buigen ietsje naar boven toe. Volgens de boerin zijn die van haar echte grazers, terwijl onze heren meteen hun hele veld omwroetten. Dat verklaart misschien het verschil in snuit.

What’s in a name?
Op de veerboot naar de vaste wal kwam ik de boerin tegen, die net een van de varkens naar de markt bracht. Hij lag rustig in een kooi achterop haar pick-up truck. Ik vroeg haar hoe hij heette. Hij had geen naam. Alleen haar vaste fokzeug en -beer hadden namen: Big Ben en Bella. De rest blijft naamloos. “We don’t name what goes,” zei ze met een droevige ondertoon in haar stem.

Ik vraag me af of het veel helpt als je ze geen naam geeft. Maakt dat het naar de slacht sturen van je dieren echt makkelijker? En maakt het het andersom heel moeilijk om ze weg te doen als je ze een naam hebt gegeven, zoals Arie en Japie? We zullen het zien in november…