Superleuk die foodblogs, maar het is tijd voor meer transparantie

foto: Pietro Naj-Oleari
foto: Pietro Naj-Oleari

Al jaren kijk ik met argusogen naar alle blije blogposts en instagramberichtjes over eten, maar ik kon nooit precies verwoorden waar mijn irritatie nu precies vandaan kwam. Ik voelde me een zure muts als ik erover begon. ‘Wat is er nou zo erg aan mensen die enthousiast zijn over een nieuw eettentje? Laat ze lekker blij wezen’, denk je dan.

Maar het hele pr-circus rondom nieuwe horecazaken – pardon, hotspots – is allang niet meer het terrein van enthousiast hobbyende foodies. Het promoten van restaurants (of kleding, make-up, muziek, vul maar in) is een business geworden, waarin mensen met veel volgers in ruil voor een gratis maaltijd of gewoon vette cash, een ‘recensie’ schrijven over een zaak. Allemaal prima, dat mag. Ik schrijf ook voor (niet zo vette) cash, betaald door AD/Rotterdams Dagblad. Maar: 9 van de 10 keer is het voor lezers niet duidelijk wat voor transactie er aan een post vooraf is gegaan. En ja, ook een gratis maaltijd valt naar mijn mening onder dit soort transacties.

Waarom hebben bloggers het nooit over de prijs van een diner? Wat doen de kartonnen frieten van Verhage ineens in een top tien van de lekkerste frietzaken? Vragen, vragen, maar weinig eerlijke antwoorden. Zie je ooit #spon #ad #samenwerking of #comped (de engelse term voor een gratis maaltijd of overnachting) staan onder een post? Zelden. Terwijl je genoeg vraagtekens kunt plaatsen bij veel van deze content. Want ook de schoorsteen van de blogger moet roken.

Wat me dwars zat bleef lang een beetje vaag, tot ik dit las. A Supposedly Fun Thing I’ll Never Do Again (in het Nederlands verschenen als Superleuk, maar voortaan zonder mij) is een stuk van de geniale maar helaas in 2008 overleden schrijver David Foster Wallace. Hij ging voor Harper’s Bazaar op een cruise en schreef daar dit hilarische, openhartige en vlijmscherpe verslag over, waar me vooral dit fragment van bijbleef. In het magazine van de rederij waar hij mee vaart (Celebrity Cruises) staat ook een essay van een vooraanstaand schrijver, over de vele geneugten van het cruisen. Het is reclame vermomd als literatuur, zonder dat dit ergens vermeld staat. En daar heeft DFW wel wat over te zeggen. Lees dit fragment maar even.

In the case of Frank Conroy’s “essay,” Celebrity Cruises is trying to position an ad in such a way that we come to it with the lowered guard and leading chin we reserve for coming to an essay, for something that is art (or that is at least trying to be art). An ad that pretends to be art is – at absolute best – like somebody who smiles at you only because he wants something from you. This is dishonest, but what’s insidious is the cumulative effect that such dishonesty has on us: since it offers a perfect simulacrum of goodwill without goodwill’s real substance, it messes with our heads and eventually starts upping our defenses even in cases of genuine smiles and real art and true goodwill. It makes us feel confused and lonely and impotent and angry and scared. It causes despair.

Het bijzondere is: David Foster Wallace schreef dit in 1997, toen internet nog een onschuldig lammetje was en er nog geen Google of Instagram bestond. Toen al wist hij precies te verwoorden waar de pijn zit. Vervang het woord ‘art’ voor ‘journalistiek’ of  ‘recensie’ en dan weet je precies waarom ik soms zuur doe over de stand van zaken in medialand: je anders voordoen dan je bent, en vooral het gebrek aan transparantie daarover, is dodelijk voor het vertrouwen van de lezer, die op den duur geen enkel medium meer vertrouwt.

Als je jarenlang de tips van je favoriete blogger hebt opgevolgd, en er dan pas achterkomt dat sommige van die tips er alleen kwamen omdat er voor betaald werd, dan voel je je genaaid. En waarom zou je dan nog wel dat stuk in de krant vertrouwen? Wie zegt dat daar geen advertentiedeal achter zit?

Ik moet toegeven dat mijn eigen krant het zijn lezers ook niet makkelijk maakt. Op haar websites mengt de Persgroep zelf ook vrolijk diverse vormen van journalistiek door elkaar: serieuze, onafhankelijke recensies en content die bijeen gescharreld is met gratis perslunches staan vlak naast elkaar. Weliswaar in een andere vormgeving, maar toch. Wie snapt op den duur nog het verschil tussen de Gouden Pollepel en de berichten van Uit De Buurt? Genoeg mensen, hoop ik, maar dat is dan meer te danken aan het gezond verstand van de lezer dan aan de inspanningen van de uitgever.

Het is hoog tijd voor meer helderheid, door alle partijen. Mijn werkwijze, en die van alle recensenten van de Gouden Pollepel, vind je hier. Mijn artikelen en posts op social media zijn mijn mening, niemand vertelt me wat (of waarover) ik moet schrijven. In het zeldzame geval dat ik ergens aanschuif bij een perslunch of gratis diner zal ik dat duidelijk aangeven. Staat er geen #perslunch, #uitgenodigd of andere heldere hashtag bij (hoe vertaal je #comped ?), dan heb ik mijn maal zelf betaald en ben ik dus aan niemand aardige woorden verschuldigd.

p.s. Het hele artikel van David Foster Wallace, een long read avant la lettre, kun je hier (onder een andere titel) teruglezen. Ook zijn artikel over het eten van kreeft, Consider the Lobster, is top.